Het heeft geen kantoor, geen personeel en geen directeur, maar Cooperative Research Ships (CRS) leidt al meer dan een halve eeuw een bloeiend bestaan. Het internationale onderzoeksnetwerk werd in 1969 opgericht met als hoofddoel het uitvoeren van studieprojecten die de internationale scheepsbouw in staat stelden om nog betere schepen te ontwerpen. Bijzonder is dat binnen CRS onderling concurrerende scheepswerven samen gebroederlijk aan de onderzoekstafel zitten, vertelt Oscar van Straten, die Damen Naval vertegenwoordigt binnen de internationale denktank.
Damen Shipyards Group is sinds eind 2007 lid van CRS, vertelt Oscar, die in het dagelijks leven Lead Engineer Hydrodynamica is bij het Research & Technology Support department van Damen Naval. “Damen betaalt per jaar 65.000 euro contributie aan CRS. Alle andere partijen binnen dit samenwerkingsverband – in totaal zijn het er 24 – betalen elk hetzelfde jaarbedrag. Als je dat allemaal bij elkaar optelt kom je aan een bedrag waarmee je op onderzoeksgebied mooie dingen kunt doen.” CRS werd 52 jaar geleden opgericht door MARIN in samenwerking met een aantal scheepswerven, oliemaatschappijen en classificatiebureaus.
“De aanleiding was het feit dat MARIN vanuit de scheepsbouw eigenlijk steeds dezelfde vragen van verschillende werven kreeg over hoe zij betere schepen konden ontwerpen”, vertelt Oscar. “In die tijd hadden deze vragen dan vooral betrekking op het bouwen van grote olietankers. De gedachte achter CRS was dat je beter een gezamenlijke denktank kon oprichten dan elk afzonderlijk te broeden op ideeën.” Inmiddels zijn we ruim vijftig jaar verder. CRS vierde in 2019 haar halve-eeuw feest en heeft in de loop der jaren al heel wat onderzoeksprojecten succesvol ter hand genomen, projecten waarvan de uitkomsten voor elk afzonderlijk CRS-lid openbaar beschikbaar zijn.
Oscar: “De onderzoeken richten zich onder meer op de hydrodynamica, een van de pijlers van de activiteiten van CRS. Dan heb je het over de vraag hoe je een schip zodanig kunt ontwerpen, dat het zo min mogelijk hoeft te dompen, stampen, slingeren en gieren bij hoge golven, waardoor bijvoorbeeld een Marineschip ondanks al die golfslag optimaal inzetbaar blijft en dus zo min mogelijk last heeft van die hoge golven. Omdat je op de ene plek op een schip meer last hebt van al die versnellingsniveaus dan op een andere, moet je daar bij het ontwerpen van het schip rekening mee houden.”
Hij vervolgt: “Je kijkt dus als scheepsbouwer goed waar je de kombuis, commandocentrale of brug situeert, want je wilt natuurlijk niet dat bemanningsleden bij een zware storm groen en geel zien van de zeeziekte en daardoor niet meer adequaat kunnen handelen als ze een boot met drugssmokkelaars aan het achtervolgen zijn. Een van de onderzoeken die nu bij CRS lopen, is een studie naar het plaatsen van stabilisatievinnen onder schepen die vanaf de brug kunnen worden aangestuurd en die tot doel hebben het slingeren van een schip bij storm te verminderen.”
Ook heeft CRS onderzocht hoe je een schip kunt ontwerpen en construeren dat zo goed mogelijk de krachten kan weerstaan die de golfslag uitoefent op het staal en de constructie; de vermoeiingsbelasting. Daarnaast bekijken de specialisten van CRS hoe je schepen zó kunt construeren dat ze zo soepel mogelijk manoeuvreren, en hoe je het caviteren van de schroef tot een minimum kunt beperken. Bij cavitatie vormen zich nabij de bladtip en randen van een schroefblad dampbellen, die kunnen imploderen. “Als een scheepsschroef veel caviteert, is het net alsof er met een hamer op het schroefmateriaal wordt geslagen. Dat geeft lawaai aan boord en schroefmateriaal kan op den duur zelfs worden weggeslagen.”
"De gedachte achter CRS was dat je beter een gezamenlijke denktank kon oprichten dan elk afzonderlijk te broeden op ideeën.” Oscar van Straaten
Jaarlijks lopen er bij CRS gelijktijdig zo’n tien tot twaalf onderzoeksprojecten. Vaak resulteren die in computerprogramma’s waarmee je berekeningen kunt uitvoeren om te komen tot een optimaal ontwerp van een schip. Het bijzondere is dat bij deze onderzoeken elkaar beconcurrerende Europese scheepswerven met elkaar samenwerken. Het Britse BAE Systems, het Franse Naval Group, het Italiaanse Fincantieri en het Spaanse Navantia zijn concurrenten van Damen Naval, maar binnen de projecten van CRS trekken de concerns allemaal gebroederlijk samen op. “Dat is vrij uniek, temeer omdat onze leden de studieresultaten ook samen mogen benutten.”
Op dit moment zijn MARIN, zeven grote scheepswerven waaronder dus Damen Shipyards Group, de Defensie Materieel Organisatie (DMO), de Marines van onder meer Duitsland (BAAINBw) en Canada, de US Coast Guard, een aantal onderzoeksinstituten, vier grote classificatiebureaus (American Bureau of Shipping, DNV, Lloyd’s Register en Bureau Veritas) en drie schroefleveranciers lid van CRS. Onlangs is ook een Australische partij toegetreden. “Door de deelname van DMO, zeg maar het ontwerpbureau van de Koninklijke Marine, doet Damen Naval dus gezamenlijk onderzoek op het gebied van hydrodynamica met onze grootste klant”, vertelt Oscar.
“En we hebben daarmee dus ook de beschikking over dezelfde rekentools die binnen CRS worden ontwikkeld.” De 24 leden van CRS komen jaarlijks tegen het eind van het jaar bijeen tijdens een algemene jaarvergadering (Annual General Meeting) om interne projectvoorstellen te beoordelen die in aanmerking komen om in het jaar daarop te worden uitgevoerd. Daarbij geldt het eenvoudige uitgangspunt dat de ideeën die de meeste stemmen krijgen mogen worden uitgevoerd, legt Oscar uit. Door corona waren de jaarvergaderingen van CRS van 2020 en 2021 online. Ook de werkgroepvergaderingen voor lopende projecten die doorheen het jaar plaatsvinden, moesten noodgedwongen virtueel plaatsvinden.
“Noodzakelijk, maar erg jammer”, concludeert Oscar. “Wat je bij zo’n online vergadering mist, zijn de onderonsjes met collega’s uit je vakgebied, die dikwijls in de wandelgangen plaatsvinden. Daar doe je soms onverwachte nuttige informatie op die je tijdens het officiële gedeelte niet hoort. Die gesprekjes in de marge maken vergaderen op locatie extra leuk. Die moeten we nu jammer genoeg missen. Uiteindelijk levert de deelname van Damen Naval aan CRS veel nuttige kennis op, vaak in de vorm van nieuwe of verbeterde rekenmodellen, die veelal direct toepasbaar zijn tijdens het ontwerp en de engineering van onze schepen.”
Wie nog meer wil weten over Cooperative Research Ships kan ook de website bezoeken: www.crships.org.