Het Vlissingse museumschip Mercuur is op maandag 6 december succesvol van de Houtkade naar het Dok van Perry verplaatst. Het voormalige torpedowerkschip ligt er weer keurig bij, en ook als het dok om voor wat voor reden ooit droog komt te staan, dan rust de Mercuur veilig en stabiel op een solide dokbed. Deze ondersteuningsconstructie van beton en hout is op 19 november geplaatst door specialisten van Damen Shiprepair Vlissingen, een klus die in één dag werd geklaard onder leiding van Dokmeester Mark Gellen.
Een dokbed bestaat uit betonnen of stalen blokken waarop een schip rust als het droog ligt. In de loop van vorig jaar werd DSV benaderd door de Stichting Maritiem Erfgoed Vlissingen (SMEV), die de Mercuur beheert, met de vraag of de reparatiewerf een dokbed wilde plaatsen op de nieuwe ligplaats van het schip. “De stichting had een bescheiden budget vanuit de gemeente Vlissingen”, vertelt Mark. “We hebben het karwei dan ook voor een vriendelijke prijs uitgevoerd, want we dragen de Mercuur een warm hart toe.” DSV leverde de center line en de betonnen zijblokken voor het dokbed.
“Van zulke blokken hebben we er hier op de werf voldoende staan”, aldus Mark. De zware zijblokken houden het museumschip in evenwicht als het droog ligt, terwijl de kiel rust op zogenaamde betonbroodjes. Deze betonbroodjes van 1.20 meter lang en een dikte van 30 bij 30 centimeter werden geleverd door Nieuwbouw van Damen Naval.
Mark legt uit dat een droog liggende Mercuur feitelijk wordt gedragen door de center line van het dokbed. Maar de ruim één meter hoge betonnen zijblokken met houten wiggen er bovenop, zorgen er voor dat het schip niet kapseist. “Het is een oud schip van hout met ronde vormen. Die rusten op de wiggen, schuin toelopende blokken gemaakt van hout.”
“We hebben het karwei voor een vriendelijke prijs uitgevoerd, want we dragen de Mercuur een warm hart toe.” Dokmeester Mark Gellen
Het zagen van de wiggen door timmerlieden van DSV was een secuur werkje volgens Mark. “De wiggen moesten tot op de millimeter nauwkeurig op maat worden gesneden, want de romp van het schip moet natuurlijk exact aansluiten op de wiggen op het moment dat de kiel op de center line komt te staan. De wig moet de juiste schuinte hebben ten opzichte van de scheepshuid, anders komt het schip niet haarscherp in positie op het dokbed te liggen.”
Mark kijkt tevreden terug op de dokbed operatie, ook al waren er uitdagingen waarmee zijn team te maken kreeg. “De vloer van het dok was niet helemaal vlak”, zegt hij. “Het bleek dat er balken op waren bevestigd. Die had De Schelde eertijds nodig om schepen in het dok met palen te kunnen stutten. We hebben de zijblokken daarom moeten onderstoppen om ze goed in positie te krijgen. En ze moesten natuurlijk ook de juiste hoogte hebben. Als de zijblokken te hoog zijn, hang je het schip op, met alle schade van dien door de druk op de scheepshuid, en als ze te laag zijn, is het schip onstabiel.”
Het binnenvaren in het Dok van Perry op 6 december was een operatie die enig beleid vergde. Op het punt waar het museumschip het dok in moest worden gesleept was de haven net niet breed genoeg, zodat de Mercuur schuin naar binnen moest worden gesleept. De precisie sleepoperatie werd kundig uitgevoerd door een trossenvlet van de Vlissingse Bootliedenwacht. De bootlieden hadden ook nog de VB 2 ingezet, een wat grotere boot die bij het binnenvaren achter de Mercuur bleef. Toen het museumschip eenmaal in positie lag, werd het met de trossen stormbestendig vastgezet.
“Ik ben blij dat we de SMEV met het plaatsen van het dokbed hebben kunnen helpen”, besluit Mark, die er overigens op wijst dat de stichting het dokbed in bruikleen heeft van Damen. “De contacten met het bestuur van de SMEV bestaan al lang. Voordat de Mercuur in 2017 in Vlissingen aanlegde als museumschip, hebben we haar op de werf in Oost nog van asbest ontdaan en een schilderbeurt gegeven.” Hr.Ms. Mercuur is gebouwd in de Verenigde Staten en was van 1954 tot 1973 in dienst bij de Koninklijke Marine als oceaanmijnenveger van de Onversaagdklasse.
Het schip heette toen nog Hr.Ms. Onverschrokken. Na haar uitdienstneming in 1973 werd het omgebouwd tot torpedowerkschip en kwam het bij de Onderzeedienst in gebruik als Hr.Ms. Mercuur.