Ze schelen maar een jaar, wonen allebei nog steeds in Arnemuiden én werken al meer dan dertig jaar bij Damen Naval. Toch zijn er ook genoeg verschillen tussen de twee broers Arjan en Jacco de Nooijer, want ze hebben altijd hun eigen weg gezocht binnen Koninklijke Maatschappij De Schelde en later Damen Naval.
Een feestelijke scheepsdoop op de Koninklijke Schelde-werf maakt zo veel indruk op de destijds twaalfjarige Arjan de Nooijer (51) dat hij niet lang na hoeft te denken over zijn beroepskeuze: hij wil bij de Koninklijke Maatschappij De Schelde werken en zo’n wit ketelpak dragen. “Mijn oom werkte bij de Schelde en nodigde ons uit om bij een doop aanwezig te zijn. Ik weet niet meer precies welk schip het was, maar het was een S-fregat; een groot schip. Het was een hele gebeurtenis en alle mannen liepen rond in hun witte overalls. Het maakte een enorme indruk en het bleef in mijn hoofd hangen dat ik dat ook wilde”, vertelt Arjan.
“Na de middelbare school zag ik in de krant een advertentie voor de Bedrijfsleerschool. Je moest toen nog de advertentie met een inschrijfformulier uitknippen, het formulier invullen en het opsturen. Het was allemaal redelijk laagdrempelig. Uit de verschillende stromingen koos ik voor de opleiding tot metaalbewerker scheepsbouw en ik kreeg mijn eigen witte overall.”
Arjan houdt zich in zijn beginjaren voornamelijk bezig met cascobouw en structurals, al komen er in de loop der tijd steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij. Inmiddels is hij Meewerkend Voorman Structurals & Outfitter en heeft hij aan heel veel verschillende schepen gewerkt. Meest recentelijk heeft hij geholpen de laatste restpunten op te lossen aan boord van de onlangs opgeleverde ASRV Nuyina.
Jacco de Nooijer (50) is slechts een jaartje jonger dan zijn oudere broer en treedt in 1990 in diens voetsporen naar de Bedrijfsleerschool. “Na de LTS ga je wat om je heen kijken. Ik wist dat de Schelde een goed bedrijf was, want er werkten verschillende familieleden, dus de beslissing was snel genomen. Ik heb twintig jaar als productielasser gewerkt, voornamelijk bij de afbouw.”
Knieklachten betekenen uiteindelijk het einde van zijn carrière als lasser, maar Jacco kan als OT-er (medewerker van het Ondersteunend Team) aan de slag. “Ik begon als OT-er bij de drie SIGMA’s voor Marokko en heb dat werk gedaan tot en met de oplevering van de laatste PKR. Ik regelde van alles: het opvragen van spullen in het magazijn, hout bestellen, maaltijden verzorgen voor de overwerkers en het bijhouden van de administratie. Het was leuk werk, vooral omdat ik in deze functie nog steeds samen met de collega’s van Productie werkte.”
Als het op Productie rustiger wordt, gaat Jacco tijdelijk aan de slag op het Projectbureau en in 2016 maakt hij definitief de overstap van Vlissingen-Oost naar Vlissingen-Stad, waar hij Materiaal Coördinator wordt en nauw betrokken is bij het regelen van de materialen en onderdelen voor de Nuyina. “Ik geef alle benodigde spullen door aan inkoop en houd de levertijden in de gaten. Als een levering vertraging oploopt, bespreek ik de opties met de werf en engineering”, vertelt Jacco. “Toen ik destijds mijn witte overall aantrok, had ik nooit gedacht dat ik achter een computer zou belanden. Maar de overstap is heel makkelijk geweest. Het leuke aan dit werk is de sfeer op de afdeling en dat je in contact komt met verschillende disciplines. Ik zit niet van zeven tot vier in een stoel, maar heb contact met de afdelingen engineering en inkoop, met mijn oud-collega’s in het magazijn en ook met collega’s bij Damen Galați.”
Af en toe werkten de broers op hetzelfde project, maar altijd in verschillende fases. “Arjan zit echt in de scheepsbouw en is betrokken bij de sectiebouw. Als lasser was ik met heel andere dingen bezig”, vertelt Jacco. “Maar we reden wel elke dag samen op de fiets naar het werk en weer naar Arnemuiden. Ik heb het nooit als vervelend ervaren om samen met mijn broer te werken. Ook niet toen mensen in het begin nog wel eens mis waren en dachten dat ik Arjan was. Maar dat was op de kleuterschool ook al zo.” Arjan voegt toe: “Ik vond het wel leuk dat Jacco ook hier kwam werken. Het schept toch een band om bij dezelfde werkgever te werken.”
De afgelopen 32 jaar is er een hoop veranderd: verschillende reorganisaties, topdrukte op de werf en momenten van zorgelijke stilte. “Het is nu een heel ander bedrijf dan vroeger. Toen werkten er 4000 man en zat iedereen meer in zijn eigen hokje. Als je goed schroeven kon maken, dan was dat wat je deed”, aldus Arjan. “Tegenwoordig zijn er minder mensen, dus doe je veel meer verschillende werkzaamheden. Dat maakt het wel interessanter.”
“Het mooiste aan dit werk is wanneer we met zijn allen tot een goed resultaat weten te komen en je het schip echt ziet groeien." Arjan de Nooijer
En na ruim drie decennia zijn de broers nog niet uitgekeken op hun werk. “Mijn jongensdroom is uitgekomen”, vertelt Arjan. “Ik vind het nog steeds heel erg waardevol werk, anders had ik het geen 32 jaar volgehouden. We maken natuurlijk ook heel erg bijzondere schepen. Ik vind de Nuyina ons mooiste project, maar ze heeft helaas niet zo heel lang in Vlissingen gelegen. De eerste vier SIGMA’s voor Indonesië zijn in het geheel hier gebouwd en dat is natuurlijk nog veel mooier.”
De broers zijn het eens dat ze het allebei leuk zouden vinden als er nog eens schepen geheel in Vlissingen gebouwd zouden worden. “En dan compleet met traditionele doop en alles”, vertelt Arjan. “Het mooiste aan dit werk is wanneer we met zijn allen tot een goed resultaat weten te komen en je het schip echt ziet groeien. Je doet zo’n project met zijn allen en als het een keer tegenzit, zet je er met zijn allen de schouders onder en ga je in ploegendiensten werken om ervoor te zorgen dat je de deadlines wel haalt. Maar ik weet niet of dat nog in Vlissingen gaat gebeuren. De capaciteit, de kennis en de wil is er zeker. In de tussentijd verheugen we ons op de MLU van de Johan de Witt; dat wordt een geweldig project.”
Jacco sluit af: “We zijn druk bezig met het CSS en werken ook al aan de ASWF, de vervanger voor de M-fregatten, dus ik kan voorlopig nog wel een paar jaar vooruit.”