Wie de mooiste schepen wil bewonderen die De Schelde ooit bouwde, moet eens een kijkje nemen in het Beeldenhuis. Jaap Hoogstrate heeft daar een permanente tentoonstelling ingericht van pronkstukken uit de Schelde-geschiedenis. Jaap heeft de illustere schepen, zoals de Willem Ruys en de Kungsholm, eigenhandig op schaal nagebouwd. Het statige Beeldenhuis aan de Hendrikstraat in Vlissingen stond vroeger aan de Dokhaven, ooit was dat Schelde-terrein. Dat maakt de tentoonstelling van Jaap natuurlijk des te toepasselijker. De 83-jarige Zeeuw is best trots op zijn collectie. Hij houdt zich al zo’n vijfentwintig jaar bezig met het nabouwen van schepen.
Vaak is Jaap te vinden op de vliering van zijn woning in Kloetinge, waar hij zijn monnikenwerk verricht. De modelschepen die hij met veel liefde en toewijding bouwt zijn allemaal van hout. Jaap leidt ons graag rond in het vertrek in het Beeldenhuis waar we zijn collectie kunnen vinden. Hij wijst naar een natuurgetrouwe replica van de Willem Ruys (bouwnummer 214), het vlaggenschip dat De Schelde met een onderbreking door de oorlog tussen 1939 en 1946 bouwde. “Wist je dat de Duitsers het wilden opblazen?”, vertelt Jaap. “Maar werknemers van De Schelde hebben de springstof die onder het schip was aangebracht stiekem weggehaald.”
“Dus op het moment dat-ie de lucht in moest gaan gebeurde er niks… Het verhaal gaat dat de Feldwebel, die een huis bezat in Domburg, oogluikend heeft toegelaten dat het schip niet verloren ging.” Jaap exposeert ook een prachtige replica van de Willem Ruys zoals deze er uit zag toen het schip als Achille Lauro voor een Italiaanse rederij in de vaart was. “Kijk, zie je dat ze de achterdekken langer hebben gemaakt?”, wijst hij. “Ook zijn er twee zwembaden aan boord terwijl het schip er als Willem Ruys maar eentje had.” Over elk tentoongesteld schip heeft Jaap wel een anekdote.
“Wist je dat de Duitsers het wilden opblazen?”, vertelt Jaap. “Maar werknemers van De Schelde hebben de springstof die onder het schip was aangebracht stiekem weggehaald”
Het pontje Koningin Emma, in de vaart in 1933, heeft gevaren tussen Terneuzen en Hoedekenskerke en Kats en Zierikzee. “Toen ik vrachtwagenchauffeur was, heb ik met mijn truck aan boord gestaan. Er was ook een Arnemuidse visser met een fiets met zo’n mand op het stuur. Tijdens de overzet was die de koppen van zijn vissen aan het scheiden. Maar in plaats van de koppen gooide hij per ongeluk de vis in het water. Woest dat-ie was toen hij dat eindelijk door had…!” Het S-fregat Hr.Ms. Piet Hein (1981) is in een volgend leven omgebouwd tot het superjacht Yas. Maar het onderschip bleef intact.
“Want Schelde-schepen stonden wijd en zijd bekend als de Rolls Royces onder de schepen”, weet Jaap. We kunnen in het Beeldenhuis ook genieten van een model van het eerste korvet uit de Diponegoro-klasse, waarmee Damen Naval succesvol de exportmarkt op ging. Trots is Jaap ook op de replica die hij maakte van het allereerste schip dat De Schelde ooit bouwde: bouwnummer 1, de loodsboot ‘De Zeeuw’, met zeilen nog. Jaap gaat voorlopig nog niet stilzitten, de vitale tachtiger is op zijn vliering alweer aan een nieuw schip bezig: een model van de veerboot Dokter Wagemaker.
Die voltooide Damen Naval in 2005 voor de noordelijke veerdienst Koninklijke NV Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO), die de veerdienst onderhoudt tussen Den Helder en Texel. Het is een schip met eenzelfde basisvorm als de Zeeuwse veerboot Prins Johan Friso, die ook op Jaap’s expositie is te zien. “De Prins Johan Friso was het laatste schip dat in Zeeland voor de PSD heeft gevaren.” Wil je een kijkje nemen op de bijzondere tentoonstelling van Jaap Hoogstrate, bel hem dan van tevoren even (06-46 08 78 51). En vraag tijdens de bezichtiging of het licht een keer uit mag. Dan doet Jaap namelijk de lampjes aan die hij in de Willem Ruys en de Kungsholm heeft aangebracht. Dat levert een sprookjesachtig tafereel op.