Landing Platform Dock Zr.Ms. Johan de Witt (L801) ligt sinds 3 maart 2022 aan Kade E op Vlissingen-Oost en sindsdien is er een hoop werk verricht. Het amfibisch transportschip zal het komende jaar zowel de derde periode van het Benoemd Onderhoud (BO) als een grote Mid Life Update (MLU) ondergaan. Een unicum voor Damen Naval, zegt Project Directeur Fer Tummers. “Het is de eerste keer dat we het BO combineren met een MLU en dat is één van de redenen waarom dit zo’n uitdagend en complex project is.”
De komende maanden ligt het schip aan de kade voor het eerste deel van de werkzaamheden. Begin juli verhuist het naar het overdekte droogdok van Damen Shiprepair Vlissingen (DSV) voor onder andere de schilderwerkzaamheden van onderwaterschip en opbouw en van alle tanks en het interieur. Eind 2022 komt het schip terug aan de kade, tot het eind maart 2023 terug naar Den Helder wordt gesleept waar de Koninklijke Marine zelf nog de nodige werkzaamheden heeft gepland en een proeftocht zal houden.
“De eerste tijd zijn we vooral bezig geweest met het leeghalen van het schip: de brug is leeggehaald, de plafonds zijn verwijderd, de zeewaterpompen en separatoren zijn van boord gehaald”, vertelt Fer. “Ook zijn de looppaden afgeschermd en wordt de apparatuur die aan boord blijft tijdens de werkzaamheden afgedekt en beschermd.”
Het komende jaar worden zo’n 75 MLU-items afgehandeld, waaronder het opknappen of vervangen van apparatuur zoals bewapenings- en communicatiesystemen, nieuwe zoetwaterinstallaties, zeewaterpompen, nieuwe dekbedekking en meer. De brug, de joint operations room, de commando centrale en de technische centrale worden compleet vernieuwd. Ook de medische faciliteiten aan boord, zoals de operatiekamer, IC-bedden en verpleegzaal, worden gemoderniseerd.
“Dit project heeft een heel andere complexiteit dan een nieuwbouwschip. Het is veel lastiger om nieuwe systemen en apparatuur in te passen in een al bestaande constructie.” Fer Tummers
“Dit project heeft een heel andere complexiteit dan een nieuwbouwschip. Dat wordt intern wel eens onderschat. Het is veel lastiger om nieuwe systemen en apparatuur in te passen in een al bestaande constructie en binnen bestaande werkende systemen”, legt Fer uit. “Daarnaast zijn veel van onze eigen interne systemen en processen ingericht voor nieuwbouwprojecten. En omdat het BO en de MLU gelijktijdig plaatsvinden, heeft Damen Naval weliswaar te maken met één formele opdrachtgever, namelijk DMO, maar zijn er naast DMO nog twee heel belangrijke stakeholders: DMI en CZSK (de bemanning) Al deze verschillende facetten maken dit project op een andere wijze uitdagend dan we gewend zijn, maar het is ook heel bijzonder en dat maakt het ontzettend leuk.”
Voor aanvang van het project zijn op Kade E twee nieuwe gebouwen verrezen. In het hoofdgebouw bevinden zich verschillende vergaderzalen en kantoren voor Damen Naval, DSV, DMO en DMI, de bemanning en een aantal van de belangrijkste onderaannemers. Ook zijn er was- en kleedruimtes voor in totaal 50 mensen. In het tweede gebouw bevindt zich een grotere was- en kleedruimte voor 150 mensen en de grote kantine waar in ploegendiensten gegeten wordt.
“De realisatie van deze fase behelst zo’n 450.000 manuren die in een periode van iets meer dan 1 jaar verzet moeten worden. Dat betekent dat er gemiddeld 200 mensen aan boord aan het werk zullen zijn en op het hoogtepunt van het project zelfs rond de 350”, aldus Fer. “Het was niet mogelijk om binnen de bestaande faciliteiten op Vlissingen-Oost ruimte te vinden voor deze mensen. Deze gebouwen zijn zogenaamde tijdelijke bebouwing, maar wel met oog op de toekomst.”
Om toegang te krijgen op de kade worden alle medewerkers aan het project twee keer per week getest op corona. Daarvoor is een eigen teststraat ingericht bij de entree van Kade E. Ook dat is bijzonder maar volgens Fer werkt het goed. “We vinden met regelmaat medewerkers die geen klachten hebben, maar wel positief testen. Omdat het zo’n uitdagend project is, kunnen we het ons niet veroorloven dat medewerkers langdurig of in grote getalen ziek thuis komen te zitten. Eind april gaan we het testbeleid evalueren, maar tot nu lijkt het te werken.”
Damen Naval werkt voor het contract nauw samen met Damen Shiprepair Vlissingen. DSV neemt het Benoemd Onderhoud-gedeelte van het project voor haar rekening en Projectmanager Vincent van Rulo verheugt zich op de klus. “We zijn momenteel druk bezig met uitvoeren van inspecties van verschillende systemen en componenten, daarnaast zijn we al gestart met onderhoud en reparaties aan een aantal grote items zoals hangaar deuren, davits en scheepskranen. Ook de voorbereidingen voor het dokken van het schip zijn gestart. Zo zullen er diverse scheepsonderdelen verwijderd moeten worden voor het conserveringsprogramma. Daar komt een hoop bij kijken”, legt hij uit.
“Het is een uitdagend project, maar het is leuk om de samenwerking met een andere Damen Divisie te intensiveren. Die samenwerking, maar ook het feit dat we met zowel de DMO en de DMI te maken hebben, betekent dat er veel betrokken zijn. Het karakter van het project (BO + MLU) tezamen met de hoeveelheid stakeholders vereisen een goede afstemming van ieders werkzaamheden, dit maakt het soms lastig maar zeker niet minder leuk.”