Defensie en de marinebouw zijn de afgelopen maanden veelvuldig in het nieuws geweest. En ook Damen Naval heeft haar aandeel aan media-aandacht gehad. In dit interview legt Director of Corporate Strategy & Innovation Richard Keulen uit wat het belang van al dit nieuws is en wat er voor Damen Naval aan de horizon te zien is.
Er wordt oorlog gevoerd in Oekraïne en Gaza. Rusland en China vormen een steeds grotere dreiging voor Europa. En de Amerikaans presidentskandidaat Donald Trump heeft gewaarschuwd dat als hij herkozen zou worden hij zal weigeren NAVO-landen te verdedigen die zich niet houden aan de gemaakte afspraken over Defensie-bestedingen. Met dit in het achterhoofd zijn veel landen, met name in de EU, bezig hun Defensiebudget te verhogen.
“De afgelopen decennia was er bijna niets in het nieuws over onze krijgsmacht en moesten we als Damen Naval op zoek naar goede en gewaardeerde klanten in landen als Indonesië, Mexico en Nigeria”, vertelt Richard. “Nu zien we Europa in beweging op Defensiegebied. Nederland wil na lange tijd ook nu, en wel heel snel, nieuwbouwprojecten voor herstel van de Koninklijke Marine-vloot realiseren en Defensie-breed staan er voor de hele krijgsmacht zelfs zo’n 200 projecten, groter en kleiner, op stapel. Hieronder vallen alles van nieuwe tanks tot communicatiesystemen en IT-oplossingen en van gasmaskers en uniformen tot nieuwe fregatten.”
Nu er meer geld wordt vrijgemaakt, is er dus ook ruimte voor het realiseren van grote materieelprogramma’s. “Daarvoor kiest Defensie heel bewust voor Europese samenwerkingen: vrachtwagens van Scania uit Zweden, helikopters uit Frankrijk, lichte voertuigen uit Duitsland”, legt Richard uit. Maar het eerste grote Marine-project wordt binnen Nederland zelf opgepakt: de Anti-Submarine Warfare Fregatten (ASWF) voor De Koninklijke én de Belgische Marine. “Dat is een uniek contract. Nog niet eerder laten twee NAVO-lidstaten gezamenlijk een identiek complex fregat bouwen.”
Het ASWF-project heeft een lang voortraject achter de rug en Damen Naval werd er pas later bij betrokken. Richard ziet dat nieuwe projecten onder meer tijdsdruk staan, nu Defensie zich snel moet versterken in een onveiliger wordende wereld. Dat leidt ertoe dat Damen Naval als marinebouwer in een vroeger stadium bij projecten betrokken wordt en dat is voor zowel de klant als Damen Naval een mogelijk voordeel. “Defensie heeft aangegeven dat ze voor dit soort grote projecten op zoek zijn naar strategische samenwerking en Damen Naval staat gelukkig al in de kijker vanwege het CSS-project en ASWF. Beide projecten hebben een steile leercurve gehad, waardoor beide partijen er nu de waarde van inzien dat we bij dit soort aankomende projecten zo vroeg mogelijk samen oplopen.”
Eerder dit jaar diende Staatssecretaris van Defensie Christophe van der Maat twee A-brieven in bij de Tweede Kamer: voor de vervanging van de Luchtverdedigings- en Commandofregatten (LCF) en zes nieuwe Amfibische Transportschepen (ATS). Een A-brief is de eerste stap van het Defensie Materieel Proces waarin bij de Tweede Kamer wordt aangegeven welk materieel Defensie wil inkopen. In beide A-brieven wordt Damen Naval als waarschijnlijke partner genoemd. Dat is bijzonder, zegt Richard: “Meestal wordt pas in een B-brief gedefinieerd wie de mogelijke leveranciers kunnen zijn. Daarom zijn deze twee A-brieven zo belangrijk, omdat ze al meteen Damen Naval identificeren als de centrale industriële partij voor de nieuwe projecten. Dat is heel goed nieuws en een noodzakelijk partnerschap.”
Na het verschijnen van de A-brieven hebben COMMIT en Damen Naval in mei een intentieverklaring ondertekent om op toekomstige marinebouwprojecten in een zo vroeg mogelijk stadium gezamenlijk op te trekken. Richard: “We hebben elkaars technische kennis en productiemanagementcapaciteiten hard nodig. Door in een vroeger stadium samen te werken kun je profiteren van de gedeelde kennis en teams.”
“Er is een nieuwe wereldorde aan het ontstaan met meer en assertieve concurrenten. Dat is een grote uitdaging voor ons." Richard Keulen
Juni was de maand van het onderzeebotendossier. Op 3 juni was het debat over de gunning van de order aan het Franse Naval Group en daaruit kwamen een aantal belangrijke moties voor de Nederlandse maritieme maakindustrie. De motie om de beslissing over de onderzeebotengunning uit te stellen tot het nieuwe kabinet was geïnstalleerd, kreeg helaas geen meerderheid. Maar andere moties brachten beter nieuws. De Tweede Kamer steunde het voorstel om een aanstaande order voor nieuwe oppervlakteschepen niet aan te besteden, maar rechtstreeks te gunnen aan de Nederlandse marinebouw met daarin ook Damen. Verder kregen moties steun die oproepen tot het “versnellen van maritieme projecten met aandacht voor het economisch belang van Zeeland” en tot het “herijken van de Nederlandse defensie-industrie”.
Het onderzeebotendossier belichtte ook één van de grote problemen in de marinescheepsbouw: het ongelijke speelveld, niet alleen globaal, maar juist óók binnen de EU, tussen commerciële bedrijven zoals Damen en bedrijven die staatssteun krijgen. “Er is een nieuwe wereldorde aan het ontstaan met meer en assertieve concurrenten; en we zien dat Turkse, Chinese, Koreaanse en Russische scheepsbouwers hun schepen aanbieden voor de export en door de lager geboden prijzen als acceptabele partners worden gezien in veel landen. Deze nieuwe concurrentie is een grote uitdaging voor ons”, legt Richard uit. “Ook binnen Europa is er sprake van een ongelijk speelveld. Maar daar zetten we wél in op samenwerking, zoals in Duitsland, waar we voor het F126-project ruimschoots de Duitse partners en leveranciers meenemen.”
Het ongelijke speelveld is één van de redenen dat Damen Naval tijdens het herstructureringsproces Time for Change heel bewust heeft gekozen voor Customer Intimacy als één van de leidende principes. “We focussen ons primair op de Nederlandse klant, met vandaar uit de samenwerking die daaruit kan voortkomen met EU- en NATO-klanten. Dit is al aan de gang met de Duitse en Belgische klant”, aldus Richard. “Vlissingen is de bakermat van de Nederlandse marinebouw en we zijn verheugd met de nauwe samenwerking met Defensie voor de aankomende projecten.”
Richard sluit af met het advies om vooral de media te blijven volgen. “Er wordt momenteel zo veel over ons geschreven dat het bijna niet bij te houden is. Maar over de belangrijkste zaken zullen we jullie informeren via Intranet en bekendmakingen. Blijf vooral af en toe de kranten lezen en als je vragen hebt, dan kun je die altijd stellen.”