De scheepsbouwcarrière van Henk Provoost, Cees Louwerse, Wim Sinke en Piet Lievense van Damen Naval kun je gerust indrukwekkend noemen. Ze zaten elk tientallen jaren in het vak. Onlangs gingen ze met pensioen. Collega’s en vrienden hebben inmiddels feestelijk afscheid genomen van de kanjers, die alle vier ooit bij De Schelde hun eerste schreden zetten in het scheepsbouwvak. Ze gaan nu genieten van hun welverdiende pensioen, maar eerst blikken Henk, Cees, Wim en Piet terug op hun lange en rijke loopbaan, waarbij Wim zich de onbetwiste koploper mag noemen met een staat van dienst van maar liefst zevenenveertig jaar.
Henk Provoost
Toen Henk (63) op 1 april 1981 aan de slag ging bij De Schelde met zijn HTS-diploma werktuigbouwkunde op zak, ging het niet zo goed met het bedrijf. Maar hij toog opgewekt aan het werk en zijn eerste project als engineer betrof het coördineren van de brandstofverbruiksproeven van de S-fregatten. “Nummer vier van deze reeks van in totaal veertien fregatten stond op het punt te gaan proefvaren”, herinnert Henk zich. “In die jaren werd je nog met een checklist de machinekamer ingestuurd om allerlei gegevens te verzamelen over temperatuur, druk, toerental en wat dies meer zij.”
“Tegenwoordig kun je die data bij wijze van spreken met één druk op de knop tevoorschijn toveren. Maar dit handwerk was voor mij als 23-jarige natuurlijk ontzettend leerzaam.” Nadat hij als tweede grote opdracht het complete engineeringtraject voor zijn rekening had genomen voor het torpedowerkschip Zr.Ms. Mercuur, maakte Henk in 1988 de overstap naar de Kwaliteitsdienst Scheepsnieuwbouw. “Ik heb daar tien jaar gewerkt, aanvankelijk als teamleider en ik ben in die periode opgeklommen tot chef van de afdeling. In 1998 ben ik teruggekeerd naar engineering.”
Voor Henk begon toen een periode waarin hij zich mocht bezighouden met wat ze bij de Koninklijke Marine ‘groot grijs’ noemen: de grote schepen van de vloot, zoals de Karel Doorman. “Bij dat project ben ik vanaf het tekenen van het contract in 2009 tot de laatste nazorgperikelen in 2015 betrokken geweest. Een prachtig en voor een techneut als ik zeer leerzaam traject.” De kroon op zijn werk was het Combat Support Ship Den Helder. Tot aan zijn laatste werkdag is Henk hiermee bezig geweest. Terugkijkend op een loopbaan van ruim vier decennia kan Henk alleen maar zeggen dat hij het altijd naar zijn zin heeft gehad. “Het product schip heeft me altijd geboeid, van kinds af aan. Een schip is zo’n complex geheel. En als het vaart… het geweld van een fregat dat met 28 knopen door het water ploegt, ja dat is gewoonweg indrukwekkend!”
Cees Louwerse
Hij begon als laborant, maar switchte een paar jaar later naar engineering om uiteindelijk als assistent-manager zijn loopbaan af te ronden. Cees Louwerse (65) kijkt terug op een lange carrière die in 1979 begon bij De Schelde. “Na de MTS en mijn diensttijd, waarin ik een hbo-opleiding bedrijfskunde erbij deed, ben ik begonnen als laborant op het metaalkundig laboratorium”, vertelt Cees. “Na een jaar of vier werd ik gedetacheerd bij Apparatenbouw om ook daar materiaalonderzoek te gaan doen, maar dan van nucleaire componenten.”
Cees maakte begin 1984 de overstap naar Engineering. “De Schelde had net het RSV-debacle achter de rug en Defensie, onze belangrijkste klant, wilde dat de engineering-tak bij het bedrijf flink werd uitgebouwd. Daardoor waren er ineens heel veel vacatures bij Engineering. Ik ging er aan de slag als tekenaar/constructeur. Mijn eerste grote project waren de M-fregatten, in de tussentijd bouwde ik mee aan het torpedowerkschip Zr.Ms. Mercuur.” De bouw van de PSD-veerboot Koningin Beatrix (1990) was voor Cees een mijlpaal omdat hij toen tot teamleider werktuigbouw werd gepromoveerd.
In 1993 werden onder zijn leiding aan boord van LPD-1 Zr.Ms. Rotterdam alle technische ruimtes ingedeeld. “Onvergetelijke weken” volgden eind jaren negentig toen hij naar Shanghai ging. Cees begeleidde er de transfer of technology voor de bouw van een achttal lading/containerschepen voor rederij Genchart. In 2010 werd hem gevraagd assistent-manager te worden van de Marine & Propulsion-afdeling. “Dat deed ik aanvankelijk in deeltijd omdat ik daarnaast als teamleider aan de machinekamers van de Karel Doorman werkte.” Vanaf 2017 was hij tevens teamleider bij het POLA-MX project. “Ik heb de kansen die ik heb gekregen aangegrepen en heb mijn talenten kunnen ontplooien en daar ben ik blij om”, besluit hij. “Maar het was ook heel fijn om mensen te mogen aansturen en begeleiden.”
“Eigenlijk is het leven te kort om alles te kunnen leren wat je weten moet. En tegen de tijd dat je denkt het een beetje te snappen, ga je met pensioen.” Piet Lievense
Wim Sinke
Maar liefst 47 jaar werkte hij bij De Schelde en later Damen Naval. Wim Sinke (67) mag gerust de nestor worden genoemd van de vier scheidende collega’s. Al in 1975 ging hij bij De Schelde aan de slag. Begonnen als tekenaar/constructeur, eindigde Wim zijn lange loopbaan in een heel andere tak van sport: de security. In de tussentijd is hij ook nog jarenlang hoofd van het Stafbureau geweest. Wim kijkt terug op een veelzijdige carrière die hem naar eigen zeggen veel voldoening gaf.
“Ik ben begonnen in februari 1975. Ze zochten een tekenaar voor Scheldebouw”, vertelt Wim. “Met mijn MTS-diploma op zak heb ik gesolliciteerd en deed een test. Uiteindelijk werd iemand anders geselecteerd. Maar de andere dag vroegen ze me naar kantoor te komen en boden ze me een andere job aan: tekenaar/constructeur piping in de scheepsbouwtekenkamer. Ik kon gelijk aan de slag.” Zijn eerste project waren de Standaard-fregatten. “Ik heb de allereerste tekeningen gemaakt voor de piping in deze fregatten. Dat kwam omdat ik de eerste was die was aangenomen van, zeg maar, de ‘S-fregatten generatie’.”
Begin jaren tachtig ging hij aan de slag als Groepsleider om de piping werkzaamheden aan te sturen voor de twee luchtverdedigingsfregatten, kortweg L-fregatten. “De Schelde heeft in totaal twaalf Standaard-fregatten gebouwd, maar daarvan zijn er twee aan Griekenland verkocht”, legt Wim uit. “Ter vervanging van die twee hebben we voor de Koninklijke Marine twee L-fregatten gebouwd. Het tekeningenpakket voor de Standaard-fregatten is toen aangepast.”
Rond 1984 ging het M-fregatten project van start. Wim: “Ik was bevorderd tot sous-chef, wat betekende dat ik verantwoordelijk was voor het hele engineering traject (behalve voor de machinekamer) voor de piping aan boord van deze acht schepen.” Begin jaren negentig volgde een nieuwe promotie. Wim werd chef van het Stafbureau, het latere ondersteunende team. Eind jaren negentig kwam security in beeld. “Toen we de luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF’s) gingen bouwen, ben ik de security gaan doen van het engineeringtraject voor deze schepen. Uiteindelijk werd ik de officiële vertegenwoordiger van De Schelde op beveiligingsgebied richting DMO.” Wim is het beveiligingswerk blijven doen tot aan zijn pensionering. Tot drie jaar geleden combineerde hij de functie van hoofd security van Damen Naval met zijn taken als chef ondersteuningsbureau. Hij gaat nu genieten van zijn vrije tijd. “Met zeven kleinkinderen hoef ik me niet te vervelen”, besluit hij glimlachend.
Piet Lievense
De nu 64-jarige Piet Lievense werkte bij de producent van radarsystemen Signaal in Enschede (het huidige Thales) toen in 1984 zijn oog viel op een advertentie in de krant. De Schelde zocht een specialist voor machinekamer-automatisering. De aan de HTS in elektrotechniek afgestudeerde Westkappelaar solliciteerde, werd aangenomen en kon aan de slag op de scheepsbouwtekenkamer (afdeling STK/WA) die toen werd geleid door de eigenzinnige en technisch zeer bekwame Frans van den Berg.
Piet ging werken aan de M-fregatten, een project dat toen in de bestekfase zat. “Ik moest specificaties en bestekteksten schrijven voor allerhande zaken in de machinekamer die op geautomatiseerde systemen draaiden”, vertelt hij. “Dat was een kolfje naar mijn hand, omdat elektriciteit en werktuigbouwkunde in dit karwei samenvielen, en voor beide had ik interesse.” De bouw van de acht Multipurpose fregatten duurde tot halverwege de jaren negentig. Piet bouwde intussen ook mee aan Zr.Ms. Mercuur en een aantal ro-ro schepen.
Met plezier denkt hij terug aan de bouw van de reusachtige LPD-1 Zr.Ms. Rotterdam (1998). “Een prachtig project. Dat schip had elektrische aandrijving, en dat was voor die tijd bijzonder voor een schip met dat vermogen.” Ook bij de bouw van de vier luchtverdedigings- en commandofregatten (LCF’s) werd Piet ingezet. Hij herinnert zich nog als de dag van gisteren dat de Twin Towers in New York werden aangevallen tijdens de proeftocht die hij meemaakte aan boord van het eerste van de vier LCF’s, Zr.Ms. De Zeven Provinciën in 2001. “Dat maakte veel indruk. Ik weet nog dat we direct na de aanslag opeens niet meer aan boord mochten telefoneren met onze mobieltjes; er werd gevreesd dat dit een raketaanval op ons schip zou kunnen uitlokken.”
Al bij de bouw van Zr.Ms. Rotterdam raakte Piet meer en meer geïnteresseerd in elektrische aandrijving, elektrische energietechniek en hoogspanningstechniek. “Vanaf 2009 bij de start van het JSS-project ben ik volledig die richting opgegaan en heb ik vanuit die discipline volop mogen meewerken aan de Karel Doorman.” Rond 2017 stapte hij van Engineering over naar de afdeling Research & Technology Support (R&TS). Piet sloot zijn loopbaan af met het Combat Support Ship Den Helder, de tanker voor de Koninklijke Marine. “Eigenlijk is het leven te kort om alles te kunnen leren wat je weten moet. En tegen de tijd dat je denkt het een beetje te snappen, ga je met pensioen.”