De afgelopen tijd is er vooruitgang geboekt bij de Damen Naval-projecten. Lees hier de belangrijkste updates van de F126-fregatten voor de Duitse Marine, de Midlife Update/Benoemd Onderhoud van Zr.Ms. Johan de Witt, het autonoom varen-project F.A.S.T. en het Combat Support Ship (CSS) Den Helder.
F126: twee belangrijke contracten ondertekend
In september werden voor het F126-project contracten getekend met nog twee Duitse leveranciers: Rolls-Royce en MAN Energy Solutions. Beide bedrijven zullen belangrijke elementen leveren van het gecombineerde diesel-elektrisch-diesel (CODLAD) voortstuwingssysteem dat geïnstalleerd zal worden op de F126-fregatten.
Rolls-Royce zal 16 van zijn mtu Series 4000 dieselgeneratorsets leveren: vier voor elk van de F126-fregatten. Deze generatorsets zijn opmerkelijk omdat ze met variabele snelheden kunnen werken, wat een efficiëntere werking mogelijk maakt: brandstofbesparing en minder onderhoud. Bovendien zullen de gensets worden uitgerust met selectieve katalytische reductiesystemen van mtu, waardoor ze voldoen aan de emissievoorschriften van IMO Tier III.
Het contract is ook belangrijk omdat het de eerste keer is dat Damen Naval generatorsets met variabele snelheid combineert met een gelijkstroomnet aan boord van een marineschip. Ook is dit het tweede grote contract met Rolls-Royce voor het F126 project. Eerder dit jaar kondigde Damen Naval aan Rolls-Royce te hebben gekozen voor de automatiseringsoplossingen mtu NautIQ Master en mtu NautIQ Foresight voor de F126-fregatten.
De voortstuwingssystemen van de fregatten die Damen Naval bouwt voor de Duitse marine hebben een verdere stap voorwaarts gezet met de ondertekening van de overeenkomst met MAN Energy Systems. MAN zal acht van zijn 32/44CR voortstuwingsmotoren leveren, twee per fregat. Deze motoren voldoen niet alleen aan de IMO Tier III-normen, maar zullen ook worden geïnstalleerd met een geoptimaliseerd dempend tussenframe om te voldoen aan de recentste regelgeving voor schok- en geluidseisen.
“Dit zijn belangrijke contracten voor het F126-project, die aantonen dat dit project mooi vordert,” zegt Frank Verhelst, Damen Naval’s F126 Project Director. “We kijken uit naar de eerste leveringen van Rolls-Royce en MAN begin 2024.”
Project F.A.S.T. heeft een deadline en krijgt mogelijk vervolg
In april 2023 moet Project F.A.S.T. geluidloos, emissievrij en autonoom zijn. Dat is het doel voor Projectleider Jochem Nonhebel en op dit moment ligt alles op schema om die deadline te halen. “We zijn ons momenteel aan het voorbereiden op de verbouwing deze winter. In november wordt het bootje weer het water uitgehaald en zullen de nieuwe elektromotoren geplaatst worden. Het is nog even spannend of we de accu’s op tijd geleverd kunnen krijgen, maar als alles volgens plan gaat, moet het lukken.”
Iedere gelegenheid wordt aangegrepen om data te verzamelen; data die onder andere door projectpartner Captain AI wordt gebruikt voor de softwareontwikkeling. Op 21 augustus de Scheldebeker plaats; een zwemevenement waarbij deelnemers van Vlissingen naar Breskens zwemmen. “We waren gevraagd om als begeleidingsboot aanwezig te zijn en naast de zwemmers te varen tijdens hun overtocht”, vertelt Jochem. “Het was een dag met veel wind en hoge golven en het was voor ons heel interessant om hierbij aanwezig te zijn. Het is in de haven waar we normaal varen verboden om te zwemmen, maar het gebeurt toch. Door aan dit evenement mee te doen, hebben we heel veel belangrijke data over zwemmers kunnen verzamelen.”
Het projectteam van Jochem, Karine Jansen, Marcel van der Heide en Pieter de Korte is recentelijk uitgebreid met een nieuwe stagiair, Robin Janse, die zich gaat bezighouden met de koelsystemen aan boord. “De nieuwe elektromotoren en accu’s moeten gekoeld worden en daar is een vrij complex systeem voor nodig wat hij onder begeleiding gaat ontwerpen”, legt Jochem uit. Een andere stagiair Wesley de Leeuw is bij Praxis Automation in Leiderdorp aan de slag om het systeem van de elektromotoren te ontwerpen en finetunen.
Terwijl de plannen voor de F.A.S.T.-boot doorgaan, begint het er volgens Jochem op te lijken dat het project een vervolg krijgt. “We zijn benaderd door Baltic Workboats Estland om samen een project te leiden met een semi-onbemand schip. Het is een serieus, groot project waar we met een flinke groep internationale partners een nieuw schip gaan ontwerpen en bouwen, dat ingericht is voor militaire missies in de verschillende domeinen: onder-, op en boven water. Fundamentele kennis die we binnen F.A.S.T. hebben opgebouwd gaan we hier één-op-één toepassen en verbeteren.” Het project moet in 2024 gaan lopen en eind dit jaar wordt er subsidie aan gevraagd bij het European Defence Fund (EDF).
“Dit was altijd ons idee: we wilden met het F.A.S.T.-bootje een platform creëren en de industrie uitnodigen om samen verder te ontwikkelen”, aldus Jochem. “Innovatiemanagers van de Nederlandse marine zijn al twee keer aan boord geweest en Thales wil onze boot gebruiken om een nieuwe radar te testen. Er is een open uitnodiging voor aanbieders: kom aan boord en laat zien wat je kunt doen. Dat is het doel van dit project: het stimuleren van het onderzoek naar autonoom varen.”
Wellicht extra werkzaamheden voor MLU/BO Johan de Witt
Op de werf in Vlissingen-Oost wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat Zr.Ms. Johan de Witt op tijd Dok 2 kan verlaten. Het schip ligt nu in het overdekte dok van Damen Shiprepair Vlissingen (DSV) voor de droogdokwerkzaamheden tijdens de Midlife Update (MLU) en het Benoemd Onderhoud (BO). Het dok is vanaf december nodig voor andere projecten, maar volgens Projectdirecteur Fer Tummers is die deadline haalbaar. “De bezetting in en rondom het schip is de afgelopen periode flink toegenomen. We werken momenteel met zeker 400 mensen aan het project en in dit tempo gaan we het redden om het schip begin december weer langs de kade te krijgen. Ook tijdens de zomersluiting is een grote groep subcontractors en inleners aan het werk geweest.”
De samenwerking met DSV en de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en Directie Materiële Instandhouding (DMI) verloopt prima, vertelt Fer. “DMO en DMI denken er momenteel over om een deel van de werkzaamheden die ze eerst zelf in Den Helder zouden doen nu naar Vlissingen te verplaatsen en mogelijk (deels) door ons uit te laten voeren. Daarover zijn we nu in gesprek, maar het zou voor het project mooi zijn als we die werkzaamheden naar Vlissingen kunnen halen.”
Medewerkers aan het project worden nog steeds iedere week twee keer getest op COVID en dat testbeleid heeft effect. Fer: “We doen zo’n 800 tot 1000 tests per week en het gaat met pieken en dalen. We halen er nog iedere week mensen uit die positief testen, maar geen klachten hebben. Dus het testen heeft wel degelijk zin.”
Ondanks de uitdagingen, is het nog steeds een heel erg leuk project, aldus Fer. “Het is een complex project. We moeten heel veel werk verzetten in een relatief korte tijd. Ik denk dat het in totaal zal gaan om zo’n 500.000 manuren in 13 maanden tijd. Daarnaast is het verbouwen van een bestaand schip compleet anders dan het bouwen van een nieuw schip. Dat vraagt om veel nadenken en afstemmen. Het is een andere complexiteit dan nieuwbouw en dat vind ik heel leuk.”
CSS: waterstanden, schroefassen en opdrijflichamen
In Roemenië wordt de Donau nauw in de gaten gehouden. De waterstand is zo laag dat het mogelijk gevolgen gaat hebben voor het opdrijven van het Combat Support Ship, wat nodig is voor het verplaatsen van het schip van het droge deel van het dok naar het natte deel. “Hoewel het schip de Donau niet opgaat, moet het water aan de rivierkant hoog genoeg zijn om de dokdeur te plaatsen. Deze deur moet namelijk drijvend naar positie worden gebracht en daarvoor is momenteel onvoldoende waterhoogte”, legt Projectdirecteur Arjan Risseeuw uit. “Het opdrijven staat gepland voor half oktober en we hopen dat het waterpeil voor die tijd genoeg gestegen is, maar het is nog even spannend.”
Ondertussen gaan de werkzaamheden aan het (toekomstig) onderwaterschip verder. Grote delen van de romp zijn al geverfd en momenteel worden de buitenboorddelen van de schroefassen geplaatst. Op de kade wordt nog druk gebouwd aan de verschillende modules die na oktober op het schip geplaatst zullen worden. “Het gaat hier dan om de opbouw (superstructure). Het eerste deel, het voorste deel met de brug van het schip, is al geplaatst, maar de rest volgt als het schip in het water ligt. Op het voorschip zijn nu ook de twee Palfinger-kranen geplaatst.”
Elders op de werf is begonnen met de bouw van het stalen frame dat gebruikt zal worden als opdrijflichaam om de romp met gelijke diepgang voor en achter te krijgen, dit is vereist om het schip veilig naar het diepe deel van het dok te verplaatsen. Luchtzakken worden straks in het frame geplaatst om te helpen het schip op te drijven. “We hebben onlangs de risicoanalyse voor het opdrijfprogramma gehad en vooralsnog ligt alles op schema voor een succesvolle uitvoering”, sluit Arjan af. “Voor die tijd hopen we echter wel dat het waterpeil in de Donau weer stijgt.”