Hoe opereren toekomstige Marineschepen? Met die vraag gaan Defensie, kennisinstituten en de defensie-industrie aan de slag in het project Dutch Naval Design. Damen Naval had een flink aandeel in het plan van aanpak dat voor dit project is geschreven. Het toekomstige Marine-platform moet een FlexShip worden dat in een netwerk opereert van bemande en onbemande systemen. Vorig jaar kwam DMO met het plan om meer focus en regie aan te brengen op het gebied van platforminnovatie. Het idee was om binnen het Marinebouwcluster ontwikkel-roadmaps te definiëren op een aantal thema’s om zo te komen tot een gezamenlijke stip aan de horizon.
In Dutch Naval Design trekken de Ministeries van Defensie en Economische Zaken, de kennisinstituten MARIN, TNO, TU Delft en het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum en de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) samen op. In een Management Groep binnen het nieuwe kennisplatform heeft Damen Naval namens de Nederlandse defensie-industrie een plan van aanpak gemaakt waarin de aanleiding van Dutch Naval Design wordt verduidelijkt. Damen Naval had in de persoon van Joep Broekhuijsen een belangrijk aandeel in het schrijven van dit plan.
“We beschrijven hoe toekomstige operaties van een Marine-platform eruitzien”, vertelt Joep. “De stip aan de horizon die wij zo rond 2050 zien, is een zogenaamd FlexShip, een schip dat, zoals de naam al zegt, flexibel en aanpasbaar is. De naam verwijst ook naar het Engelse flagship oftewel vlaggenschip. Ik denk dat we in de toekomst niet meer praten over één schip met alle functionaliteiten. Toekomstige naval platforms kennen bemande èn onbemande systemen en zowel in de lucht, op het water als onder water zal een mix van op afstand opererende autonome systemen worden ondersteund door één of meerdere moederschepen.”
“Het FlexShip zelf kent een hoge graad van automatisering en heeft een kleine bemanning, die door die automatisering optimaal wordt ondersteund”, vervolgt Joep. “Hier is kort gezegd het motto: aan boord wat móet, aan wal wat kán. Maar je moet ook denken aan de mogelijkheid dat kleine en snelle onbemande vaartuigen straks rond het moederschip cirkelen en als de ogen en oren van het schip voorbij de horizon kijken. Ze kunnen het FlexShip ondersteunen bij operaties door bijvoorbeeld een decoy (afleidingsdoel) te creëren waarmee een vijandelijke aanval kan worden afgebogen.”
“Het voordeel van al die nieuwe onbemande systemen is ook dat ze, door hun lossere relatie met het moederschip, als payload snel aan te passen zijn aan de missie die het schip heeft. Maar ook technologische upgrades zijn makkelijker door te voeren zonder complexe instandhouding programma’s. Zo wordt ingespeeld op de steeds snellere technologie-ontwikkeling en blijft het FlexShip langer operationeel relevant.” Het FlexShip zal volgens Joep ook zeer camoufleerbaar en geruisloos zijn, en het stoot uiteraard geen vervuilende stoffen uit.
"Zowel in de lucht, op het water als onder water zal een mix van op afstand opererende autonome systemen worden ondersteund door één of meerdere moederschepen.” Joep Broekhuijsen
Het naval platform van de toekomst wordt dus een heel ander schip dan het oorlogsschip dat wij nu kennen. DMO, de Defensie Materieel Organisatie, is het Dutch Naval Design traject opgestart omdat zij meent dat de ontwikkeling van de platformtechnologie een boost nodig heeft. Daarbij is het al lopende project Nederland Radarland als voorbeeld genomen. De komst van het nieuwe kennisplatform is een verdere stap in de ontwikkeling van de Gouden Driehoek, die sinds jaar en dag gevormd wordt door de Koninklijke Marine, het maritieme bedrijfsleven en kennisinstituten.
Joep: “De vraag die we ons moeten stellen is, wat de belangrijkste taken van toekomstige naval platforms zullen zijn en welke eisen we gaan stellen aan zo’n FlexShip. Welke functionaliteiten ken je eraan toe en hoe zorg je bij een mix van onbemande en bemande taken dat de samenwerking tussen moederschip en de autonome systemen goed verloopt? Dan moet je ook meewegen dat dreigingen steeds complexer en onvoorspelbaarder worden en dat het een trend is om bemanningen steeds beter te willen beschermen, dus dat je de mens zoveel mogelijk weghoudt van gevaarlijke taken in de frontlinie.”
“Maar ook in het algemeen worden de bemanningen aan boord van Marineschepen steeds kleiner. De huidige technologie, met kunstmatige intelligentie, robotisering, rekenkracht en sensoriek maakt het mogelijk met steeds minder mensen te varen.” Dutch Naval Design zal volgens Joep zeker vruchten afwerpen. “Je kunt het beste gezamenlijk subsidiegelden inzetten om bepaalde ontwikkelingen te realiseren. Ikzelf denk daar graag over mee in mijn rol als beheerder van het portfolio voor Research & Development bij Damen Naval. Ik vind het persoonlijk interessant om in dit project mede de richting te mogen bepalen die we als Marinebouwcluster op gaan.”
“De technologische ontwikkelingen die nu gaande zijn, zullen uiteindelijk een game changer zijn voor hoe naval platforms in de toekomst opereren. En dit project komt op het juiste moment, omdat er juist nú veel subsidiemogelijkheden zijn zowel in Nederland als vanuit Brussel voor nieuwe ontwikkelingen in de scheepsbouw. Er is acht miljard euro Europese subsidie beschikbaar voor defensiegerelateerd onderzoek en Brussel trekt de komende jaren 500 miljoen euro uit voor ondersteuning van publiek-private initiatieven voor de ontwikkeling en bouw van duurzame schepen.”
Dutch Naval Design is een meerjarenplan. “Er zit geen einddatum aan vast”, licht Joep toe. “Het plan van aanpak is nu klaar en begin volgend jaar gaan we workshops organiseren om de plannen verder uit te werken. We moeten nu doorpakken, want het gaat om een project dat blijvende aandacht vergt om er een succes van te maken. Het biedt in ieder geval grote kansen voor Damen Naval als partner binnen het Marinebouwcluster.” Van de in totaal zeven ontwikkelrichtingen, de zogenaamde roadmaps, die in het plan zijn opgenomen neemt Damen Naval die voor smart maintenance voor zijn rekening.
"We moeten nu doorpakken, want het gaat om een project dat blijvende aandacht vergt om er een succes van te maken.” Joep Broekhuijsen
Dat is een technologische routekaart, gericht op het vergroten van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het naval platform door actieve monitoring en het digitaliseren van de supply chain. “Maar ook bij de andere zes roadmaps zijn we, in wat mindere mate, betrokken.” Het plan van aanpak van Dutch Naval Design is inmiddels overhandigd aan de Directeur DMO, Vice-Admiraal Arie Jan de Waard. “Maar het document is straks voor iedereen openbaar beschikbaar”, besluit Joep.
“Want wij willen graag dat niet alleen de zelfscheppende nationale Marinebouw, maar de hele Nederlandse industrie de kans krijgt om mee te denken over een gezamenlijke visie op het toekomstige optreden van een volgende generatie Marineschepen. Ook voor onze workshops in januari kan elk Nederlands bedrijf zich aanmelden, hoewel die in eerste instantie bestemd zijn voor de NIDV.”